Decentralisatie
De letterlijke betekenis van decentralisatie is het ontdoen van centralisaties. Deze term is voornamelijk bekend bij overheden en andere organisaties. Hiermee wordt bedoeld dat bevoegdheden minder centraal gaan werken. Een voorbeeld hiervan is het opsplitsen van één groot bedrijf in losse onderdelen. Henry Mintzberg geeft in zijn boek ‘Organisatiestructuren’ drie voordelen van decentralisatie:
- Het is vrijwel onmogelijk voor één persoon om alle beslissingen te voorzien in een grote organisatie. Door de beslissingen te verdelen per onderdeel van het bedrijf kan er dichter gekeken worden naar elk onderdeel
- Hierdoor kan de organisatie sneller op nieuwe ontwikkelingen inspelen
- Mensen worden meer gemotiveerd door een bepaalde mate van autonomie (Het gevoel dat er vrijheid is en zelfstandig keuzes gemaakt kunnen worden)
Daarnaast zijn er nog een aantal handige voordelen van decentralisatie:
- Er is betere interne communicatie waardoor er duidelijke verantwoordelijkheid is binnen elke afdeling. Men kan niet verschuilen achter het grote plaatje als een onderdeel niet succesvol is
- Het verdelen van het bestuur kan leiden tot een informelere en democratische sfeer waardoor conflicten vermindert worden
- Er wordt meer kennis verspreid onder de werknemers
De nadelen van decentralisatie
Het implementeren van een decentraal bestuur kan zorgen voor een beter werkende organisatie. Maar dit is vooral handig bij grotere bedrijven waar verschillende afdelingen leiding nodig zijn. Binnen een B2C bedrijf zit vaak afdelingen zoals bijvoorbeeld logistiek, webshop, financiën, marketing, personeelszaken en klantenservice. Door op elke afdeling of afdelingsgroep een manager neer te zetten kan er makkelijk heen en weer bewogen worden in beslissingen. Maar dat betekent niet dat er geen nadelen verbonden zitten aan decentralisatie:
- Er is een grotere behoefte voor leidinggevenden wat zorgt voor extra kosten
- Er moet meer controle uitgevoerd worden omdat de macht bij meerdere personen ligt in een organisatie. Wanneer maar één persoon de beslissingen maakt hoeft er minder overlegd te worden
- Er kunnen sneller verkeerde beslissingen gemaakt worden die ten koste kunnen gaan van de organisatie
- De focus kan minder liggen op langetermijnplanning en meer op onmiddellijke resultaten bij decentralisatie